Als
lokaal historicus schreef Harke Iedema een aantal boeken over zijn
geboorteplaats Anjum.
1. ”Van Anigheim tot Anjum”
Deze dorpskroniek
uit 1976 telt 275 bladzijden en is verdeeld in 32 hoofdstukken. Met vlotte pen
vertelt de schrijver in alle toonaarden over ”zijn” dorp, van vroeger tot
vandaag de dag, van de Reeders en de Grietmannen, van
klokken, orgels en predikanten, van staten, burchten en hornlegers,
van onderwijs en armenzorg, van molens, de zuivelfabriek en van verschillende
verenigingen.
Ook
menselijke zaken komen in dit boek aan de orde zoals de dromen van Grietman Schwartzenberg. De korte revolutie van Bartel en Gerrit, de
dronkenschap van Ds. Eilshemius, de heetgebakerde Ds.
Arnold Weremeüs en de Paesumers
die zich in de strijd tussen de Synodalen en
Dolerenden in hun schipperstruien en rode hemden als een vierkant
verdedigingsblok om hún preekstoel en hún dominee opgesteld stonden.
Het
laatste hoofdstuk is voor de jeugd en daarin wordt aan de hand van oude foto’s
en ansichtkaarten verteld hoe Anjum er in het begin
van de vorige eeuw uitzag.
2. ”Anjum in oude
ansichtkaarten”
In 1978 verscheen
bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel een boekje
in de serie ”. . . . . . . in oude ansichtkaarten”. In deze boekjes, waarvan er
al zo’n duizend verschenen, is vastgelegd hoe een bepaalde plaats er uitzag in
”grootvaders tijd”. Harke Iedema selecteerde 38 oude ansichtkaarten/oude foto’s
en voorzag deze van bijbehorende teksten.
Het
voorwoord in dit boekje werd geschreven door Gerrit Haaksma.
Hier lezen we:
”Aan
het verzoek een voorwoord te schrijven voor een fotoboek over Anjum voldoe ik graag. En dat om meerdere redenen. Op de
eerste plaats is het voor een dorp en zijn gemeenschap belangrijk en nuttig
langs deze weg kennis de nemen van het ”oude dorp”. Ik noem speciaal het ”oude
dorp”, aangezien er sindsdien gelukkig veel is veranderd en verbeterd. Door
kennismaking met het verleden kan men thans het bestaande beter waarderen. Het
is mijns inziens niet juist het verleden te romantiseren. De toen bestaande
gemeenschap had over het algemeen een armoedig bestaan en moest door zware
arbeid in haar onderhoud voorzien. Op de tweede plaats is het verschijnen van
dit boekje belangrijk om bekendheid aan het dorp en de streek te geven. Wij
noemen de waarde van een goed functionerend dorpsleven, dat veel boeiende
aspecten heeft. Tevens wordt de belangstelling voor ”het noorden” op deze wijze
gewekt. In dit geval het noorden van Friesland.
Anjum is gelegen aan de ingedijkte Lauwerszee. Het is het grootste dorp uit de dertien dorpen
tellende gemeente Oostdongeradeel; een terpdorp met
zijn van de elfde eeuw daterende gerestaureerde hervormde kerk; met zijn molen
”De Eendracht”, thans kantoor van de gemeentelijke VVV, waarin een expositie van
oude landbouwgereedschappen; met zijn nieuwe gereformeerde kerk en
vergadercentrum ”De Dobbe”.
Rondom
Anjum liggen de bekende Friese zware kleigronden
(uitstekend geschikt voor de teelt van pootaardappelen) en uitstekende
weidegronden.
Wie
over dit mooie dorp en zijn geschiedenis wil lezen, kan dat doen via het kort
geleden uitgekomen boek ”Van Anigheim tot Anjum”, van de hand van Harke Iedema. Het is dan ook in
overleg met deze schrijver dat de u getoonde foto’s door hem werden
samengesteld, aangezien in bovengenoemde uitgave ook veel oude foto’s
voorkomen.
Een
bezoek aan Anjum en zijn omgeving loont de moeite.
Door indijking van de Lauwerszee zijn de
mogelijkheden voor recreatie sterk toegenomen. In Oostmahorn,
op twee kilometer afstand van Anjum, bevindt zich een
ruime jachthaven, met een uitstekende accommodatie. In de gemeente Oostdongeradeel is men in een tweetal dorpen bezig met
restauraties van woningen; herstel van oude dorpskernen, terwijl een bezoek aan
het nabijgelegen Paesens-Moddergat, waar een drietal
vissershuisjes zijn gerestaureerd en als museum ingericht, zeker de moeite
waard is. Kort gezegd, een gebied waar men nog in ruime mate van de landelijke
rust en de schoonheid van een terpenlandschap kan genieten. U bent van harte
welkom.
Anjum, april 1978 G. Haaksma
3. ”125 jaar Christelijk onderwijs in Anjum” (1866-1991)
Dit boek werd, op
verzoek van de jubileumcommissie, geschreven t.g.v. het 125-jarig jubileum van
de school en verscheen in 1991. Het jubileumboek telt 202 bladzijden, is
verdeeld over 23 hoofdstukken en gedrukt op papierformaat 20 bij
In
de Nieuwe Dockumer Courant stond destijds een
uitgebreide recensie waaruit we een klein stukje overnemen:
”Het
is in de middag van 14 april 1865 als ”baes mounder” zoals hij door de meeste Anjumers
genoemd wordt, het werk in de molen voor gezien houdt. Straks zal Hendrik Rientes Turkstra samen met Ds. Enderlé en enkele andere bewoners van het dorp een gesprek
hebben met een vertegenwoordiger van de onlangs opgerichte Landelijke
vereniging voor Christelijk Nationaal Onderwijs. Turkstra
is heel benieuwd wat de man allemaal te vertellen zal hebben. Is er heel
misschien toch nog een mogelijkheid voor Christelijk onderwijs in Anjum?”
Met
deze woorden laat Harke Iedema zijn lezers kennismaken met één van de
”aartsvaders” van de Christelijke school in Anjum.
4. ”Halleluja 1907-
Alweer op verzoek
van de betreffende jubileumcommissie schreef Harke Iedema dit boek in
1996/1997. Het telt maar liefst 320 bladzijden en is verdeeld in 18
hoofdstukken.
In
het voorwoord lezen we:
”Bij
het samenstellen van een dergelijk jubileumboek is een schrijver, althans wat
de oudste geschiedenis betreft, voor het grootste gedeelte afhankelijk van de
notulenboeken. Gelukkig zijn al deze boeken van ”Halleluja” bewaard gebleven.
Zo konden de verschillende secretarissen, die de vereniging in de afgelopen 90
jaar heeft gekend, op de voet worden gevolgd. Geheel op hun eigen wijze hebben
ze de geschiedenis van het Anjumer Chr. Fanfarekorps
vastgelegd. Bij het doorspitten van al die verslagen moest de schrijver vaak
denken aan het spreekwoord: ”Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is”. De ene
secretaris noteert alles tot in de puntjes nauwkeurig, terwijl z’n opvolger wat
dit betreft ronduit slordig te noemen is. Een andere secretaris beschrijft b.v. de deelname aan één of ander concours zeer uitgebreid,
terwijl weer een andere hier nauwelijks aandacht aan besteedt. De jaarverslagen
van secretaris Bartele Postma laten zich lezen als
een jeugdroman terwijl deze van een weer andere soms kort en zakelijk zijn.
Desalniettemin: een compliment aan al deze geschiedschrijvers is hier zeker op
zijn plaats.
De
voornamen van enkele oud-muzikanten leverden soms vragen op want … wie was b.v. J.J. Dijkstra? Was het Jacob
Jimkes of Jimke Jacobs? Was
het Jelle Jimkes of Jimke Jelles? Of was het misschien Jacob Jelles
of Jelle Jacobs? Op een hartverwarmende wijze hebben oud-lid Jan W. de Jong en
zijn echtgenote zich ingezet om de juiste namen te achterhalen. Heel hartelijk
dank hiervoor. Ook veel dank komt toe aan ”dorpsfotograaf” Berend Netjes. De
foto’s die in dit jubileumboek zijn opgenomen, komen voor een deel uit zijn
privécollectie en zijn voor een deel door hem verzameld. Dat hij de namen van
alle personen op de oudste foto’s heeft weten te achterhalen verdient veel
respect.
Tenslotte
dank aan de heren Gerrit Haaksma en Jan W. de Jong.
Zonder iemand tekort te doen mag toch wel gesteld worden dat deze twee
oud-leden heel veel voor de vereniging hebben betekend. In het laatste
hoofdstuk van dit jubileumboek blikken zij nog even terug op hun periode als
muzikant bij het Anjumer Chr. Fanfarekorps
”Halleluja”.
5. ”Van knollenveld tot ”Kolkenfjild”” (50 jaar Voetbalvereniging Anjum)
”Volgend jaar
bestaat onze vereniging 50 jaar. Is het mogelijk een jubileumboek te schrijven
van ongeveer 125 bladzijden?”, zo vroeg het V.V.A.-bestuur in 1997 aan Harke
Iedema. Kennelijk een lastige vraag voor de oud-Anjumer
want in de Inleiding van dit boek lezen we o.a.: ”Kán
hij wel een boek schrijven over een onderwerp waar hij geen enkele, maar dan
ook geen enkele binding mee heeft?”
Na
de nodige aarzeling heeft hij deze vraag tenslotte toch positief beantwoord.
Het resultaat is een keurig verzorgd jubileumboek met precies 125 bladzijden.
Berend Netjes verzorgde weer het fotomateriaal en de bijbehorende namen
Uiteraard
wordt aan het 1ste elftal de meeste aandacht besteed. Tenslotte is
dit ”hét visitekaartje” van de V.V.Anjum. Toch komen
ook de andere elf- en zeventallen vrij regelmatig aan bod. Alle teams
gezamenlijk vormen tenslotte dé Voetbalvereniging Anjum.
6. ”Willem Taeckes uit
Anjum”
Op 20 december 1525
moest de Anjumer Wilhelmus Taeckes
voor het Hof van Friesland verschijnen omdat hij zich spottend had uitgelaten
over de ”Reyne joncvrou
Maria en Moeder Gods”. In die tijd waren de wetten wel wat anders dan
tegenwoordig. Toen regeerde nog de ”alleen zaligmakende Moederkerk” en werd
tegen elke ”ketterij” opgetreden met een felheid, waarvan we ons moeilijk een
denkbeeld kunnen vormen. Zo werden in de 16de eeuw, en dan spreken
we alleen over Friesland, meer dan 400 doodvonnissen uitgesproken en
voltrokken. Vooraf werden de meeste slachtoffers vaak op een verschrikkelijke
manier gepijnigd.
Hoe
verging het Wilhelmus Taeckes?
Over
hem schreef Harke Iedema in 1995 een spannend jongensboek.
7. “Niemand ontvlucht het slagveld van de
dood”
Op 27 november 2006
bestond de Begrafenisvereniging ”De Laatste Eer” te Anjum
precies 100 jaar. Op verzoek van het bestuur las Harke Iedema de oude
notulenboeken, en vatte deze samen in een, 215 bladzijden tellend,
jubileumboek.
In
het voorwoord lezen we:
Aan
het verzoek een jubileumboek te schrijven over de 100-jarige
Begrafenisvereniging ”De Laatste Eer” te Anjum, heb
ik graag voldaan.
Wanneer
je ergens eens de opmerking maakte een boek over dit onderwerp te zullen
schrijven, of hiermee bezig was, kreeg je meestal te horen: ”Wat moet je nu in
vredesnaam over een begrafenisvereniging schrijven?”
Een
begrijpelijke opmerking, maar toch viel dit best mee. De Anjumer
Vereniging had, vanaf de oprichting tot zijn overlijden in
Hier
staat tegenover dat er ook wel eens een secretaris is geweest, die er bijzonder
weinig werk van maakte. Wanneer je jaren achtereen verslagen aantreft van amper
één bladzijde, dan word je daar als schrijver beslist niet vrolijk van.
Desalniettemin
. . . alle secretarissen hierbij dank voor hun onmisbare bijdragen.
Ook
dank komt toe aan Berend Netjes. Hij was weer bereid om foto’s voor dit
jubileumboek te verzamelen. Omdat van een begrafenis nu eenmaal weinig foto’s
werden (en worden) gemaakt, was het deze keer een hele klus!
De
titel is ontleend aan Prediker 8 vers
Dit
boek heb ik opgedragen aan mijn grootvader Harke Iedema. Van 1937 tot zijn
overlijden in 1947 was hij bode van de Anjumer
Begrafenisvereniging ”De Laatste Eer”.
Dat
een kleinzoon van hem nog eens een jubileumboek over deze Vereniging zou
schrijven, zal hij in de verste verte niet vermoed hebben.
Dokkum, september 2006.
Harke
Iedema
Dit boek is verkrijgbaar bij:
Penningmeester J. Wijbenga
Oostmahorn 1
9133 DS Anjum