Het is 15 december 25 jaar
geleden, dat de bekende Leeuwarder musicus Piet Post op zestigjarige leeftijd overleed. Dat was voor menigeen een grote
schok, want Piet Post was in de stad een opvallende en erkende muzikale
persoonlijkheid. Gistermiddag werd in de Grote Kerk van Leeuwarden als een
hommage aan deze cantor-organist een concert gegeven op ’zijn’ geliefde
Müller-orgel.
Precies dertig jaar lang
heeft Post dit instrument mogen bespelen en werd door hem de toon gezet in
talloze kerkdiensten. De Jacobijner Kerk noemde hij vaak zijn ’huis’ en dat was
het eigenlijk ook. Velen, onder wie gemeenteleden, muziekliefhebbers en vooral
zijn orgelleerlingen, hebben daaraan nog de dierbaarste herinneringen.
Het was gistermiddag even,
dat de sfeer van toen weer terug was, toen een vijftal uitvoerende musici het
gehele programma vulde met louter composities uit alle
periodes uit het actieve muzikale leven van Piet Post. Deze musici hebben allen
een speciale relatie met de componist gehad, hetzij als dochter (de sopraan
Margo Post), hetzij als leerling (Harke Iedema en Dirk Donker) of als collega
(Jan Jongepier en Theo Jellema).
Zij zorgden er gisteren
voor dat het leek alsof de rijzige gestalte van Post zich in de kerk waande,
waarbij men tevens een juiste inschatting kon geven van de compositorische
betekenis van Post. En die blijkt niet onbelangrijk.
Zijn oeuvre kan men in drie
ontwikkelingsfasen onderscheiden. Zijn jeugdwerken uit de tijd voor 1945. De
werkjes zijn vooral verkennend en experimenteel en vooral zoekend naar een
persoonlijke eigenheid. Zij verraden een enorme muzikaliteit en inventiviteit.
Typerend voor deze periode was een Elegie uit 1938 en een fraai Adagio, opgedragen aan medestudent Herman
Blekkenhorst en zeer begripvol door Harke Iedema vertolkt.
De tweede en voor Piet
Post de invloedrijkste en in scheppend vermogen de belangrijkste periode is die
van na 1948 geweest. Post heeft veel particuliere leerlingen gehad, bij wie hij
muzikaal een diepe indruk heeft nagelaten. In deze tijd schrijft hij zijn
fraaiste composities.
Het indrukwekkendste werk
mag wel genoemd worden de Partita diverse sopra, of De lofzang van
Maria uit 1948, uitstekend vertolkt door Theo Jellema. Maar ook de
bijzondere Vier Miniaturen voor zang en orgel, werd ontroerend gezongen
door dochter Margo. De periode van MPA-docent is niet de sterkste. De in modern
klankidioom gecomponeerde Missa in tempore inquietudinis is wel
interessant, maar mist toch de gewenste zeggingskracht.
Gistermiddag werd met dit
indrukwekkende concert een groot musicus geëerd.
Friesch Dagblad,
22 november 2004